Toch altijd weer confronterend dat een land/streek er anders uitziet dan je je hebt voorgesteld. Bij Zweden dacht ik aan ruige en ledige streken, waar je uren kon vertoeven zonder een levend wezen tegen te komen. In Värmland, of is het Wermland – nondeju dat Zweeds -,toch veel bebouwing van idyllische optrekjes op ruim bemeten percelen in zelfs de meest afgelegen plekken van de bossen. De prachtige meren zijn vaak slecht toegankelijk door steile oevers, of privébezit. Langs de lange weg tussen Sunne en Torsby was niet één leuk picknickplekje aan de Fryken, of is het Lövenmeer, te vinden.
De candybar
Voor woest en ruig volk was me door Selma Lägerlof al gewaarschuwd. Als je een beeld van de plaatselijke bevolking wil vormen moet je de supermarkt bezoeken. De wonderschone Marianne heb ik niet mogen ontmoeten, behalve dan een plaatselijke pin-up, die heupwiegend tussen de schappen liep te struinen. Over schappen gesproken, wat een enorme batterij snoepgoed voor de kleintjes en dat waren ze aan te zien. Als je alcoholconsumptie wilt stimuleren moet je de prijzen blijkbaar flink hoog maken. In de plaatselijke slijter zag je rijen verslaafde, wachtenden voor de kassa’s, waar het zware werk zoals whisky en wodka massaal werd ingeslagen.
Huisje Höje
Het is altijd een sport van mij om te onderzoeken of er gebreken of anderzins ongemakken zijn in het huisje dat je betrekt. “Sjoerds Hus”, waar komt die naam vandaan?, kun je eigenlijk geen vakantiehuis noemen. Eerder een woonhuis van alle gemakken en comfort voorzien en bovendien sfeervol ingericht met IKEA-meubeltjes. Het verklaart meteen de megawinsten van dit bedrijf. De eerste ongemakken: de koelkast was niet aan de praat te krijgen en ook de tv-installatie weigerde dienst. Een telefoontje naar de heer des huizes leverde een verbaasde reactie op. Toegegeven hij had het ook een keer meegemaakt, maar als je bleef drukken op de knop de koelkast vanzelf zijn werk ging doen, of anders de knop afplakken met tape. Wat we ook drukten, de knop sprong steeds weer terug en dus geen koeling. Ik zag me de hele week al bij die koelkast staan. We hebben altijd de gewoonte, in tegenstelling tot de meeste Nederlanders, uitgebreid te kokkerellen om de plaatselijke producten te proeven. Ze hebben hier heel lekker brood zelfs in de vorm van pannenkoeken. De knäckerbröd is alom bekend. Een heerlijke elandbout wilden we ons niet laten ontzeggen; tegen deze zin protesteert mijn echtgenote, die het wonderwel al jaren met uithoudt, heftig. 🙂 Dus koeling was noodzakelijk. Afplakken met leukoplast bood een half uur soelaas. Uiteindelijk, inventief als ik ben, heb ik een BKR-sleutel uit de auto gehaald, die tegen de knop gedrukt, er een bak water bovenop. Achter de TV lag onzichtbaar nog een stekkerdoos met een uit/aan schakelaar. Problemen opgelost. Een welverdiende vakantie kon beginnen.
Avondrust
De heer en vrouw des huizes hadden ons, in een soort kennismakingsgesprek, al duidelijk gemaakt dat hun huisje bedoeld was voor mensen, die rust zochten. Nou, zulke mensen zijn wij. Maar ik weet uit ervaringen met Frankrijk dat je die rust nooit moet zoeken in dorpen en gehuchten, want er wordt wat af gemotormaaid, gehakseld en gekettingzaagd. Bovendien wil lokale opgeschoten jeugd de omgeving nogal eens onrustig maken met opgevoerde crossmotoren, waarmee ze door de bossen scheuren. In Höje was dat niet anders. Na uren motormaaien heb ik mijn buurman in een vlaag van woede door zijn eigen machine getrokken. Dit zal ongetwijfeld stof opleveren voor een volgende spannende, Zweedse thriller met als titel: Menselijk resten gevonden in Höje”. Die rust was er vooral in de avonduren, zalig!
Koninginnenpage op seringenboompje
Het gazon van het huisje was gelukkig niet gemaaid met als resultaat prachtige bloemen en planten. Een lust voor het oog. Wat was er romdom het huisje meer te zien en te horen. De tuinfluiter, die zonder onderbrekingen zijn lange muzikale strofen afwerkte. De kleurrijke goudvink. De bonte vliegenvanger, die een nest met jongen had in een mezenkast. Jaloersmakend. Ik heb al jaren een speciale vliegenvangerkast in mijn tuin hangen, maar nooit een vliegenvanger gezien, laat staan dat hij ging nestelen. Prachtig om te zien hoe hij het seringenboompje steeds als uitvalsbasis koos om van daaruit met acrobatische toeren vliegen uit de lucht te vangen – de naam zegt het al – om die meteen naar zijn kleintjes te brengen. Prachtige vlinders: zoals de koninginnepage, de kolibrivlinder en de rouwmantel. Mussen, spreeuwen en vleermuizen hebben we daarentegen niet gezien. Ook uilen hebben we niet gehoord.
Veel onverharde wegen
Wat hebben we zoal gedaan. Lange tochten door de bossen. Veel wegen zijn tot onze verbazing nog onverhard, vol gaten en afgedekt met irritante scherpe kiezelstenen, zodat je voor je schokdempers moet vrezen. Zweedse auto’s, met hun verblindende verstralers (voor de jacht op elanden?), stoven je daarop tegemoet. Munkfors, Hagfors, Sunne en Torsby. Allemaal plaatsen, groen dat wel, waar je hart niet sneller van gaat kloppen. Ze leken allemaal op Haren.
Om niet thuis te komen zonder een eland gezien te hebben, hebben we het Moose & Alcapapark in Holeberg bezocht. De eigenaar, nota bene een Nederlander, kon boeiend verhalen over deze machtige beesten. We hebben elanden geaaid en foto’s geschoten op zo’n manier dat men niet kan zien dat ze genomen zijn in een park. Je moet het thuisfront af en toe een beetje voor de gek houden om niet af te gaan.
Wandeling 22
En natuurlijk wandeling 17 en 22 uit “Wandelen in Värmland” bij ons in de buurt. Een lotgenote had ons in het gastenboek al gewaarschuwd. Wandeling 22 werd een fiasco. We hadden toch al niet het voornemen het hele circuit te lopen, want 15 zware kilometers. Dus begonnen we een uitgestippelde, verkorte route in omgekeerde richting. Het ging meteen direct de bossen in. Geen pad te bekennen, wel oranje markeringen op de boomstammen. Schuivelend en glibberend kropen we omhoog in het bos tot na een paar kilometer de markeringen ophielden. Was de verf op, of wilden de Zweden die buitenlanders een poets bakken? Welke kant moest je op? Gelukkig scheen de zon regelmatig, zodat je enig richtingsgevoel had. Na uren omzwervingen kwamen we precies uit bij een punt waar we ook ongeveer het bos waren binnengegaan. De meren hebben we maar met de auto bezocht. Mijn echtgenote zat onder de muggenbulten.
Wandeling 17
Wandeling 17 bij Munkfors was goed te doen. Duidelijk zichtbaar pad en goed gemarkeerd. Toch moesten we regelmatig door zompige gedeeltes, wat natte voeten opleverde. Aangekomen bij het rode huisje werden we plotseling aangevallen door bloeddorstige muggen. Gelukkig hadden wij deze keer anti-muskietensluiers bij ons. Heerlijk gepicknickt op een omgekeerd bootje. En wat een weldadige rust. Alleen in de verte hoorde je een koekoek.
De Fryken
We wilden nog het park van Rottneros bezoeken. We arriveerden om 3 uur, maar het park sloot al om 4 uur; rare openingstijden hebben die Zweden. Dus het maar laten zitten. Als francofielen waren we toch al niet naar Zweden gekomen om hier een soort parc de Versailles te bewonderen. Meteen doorgereden naar de Tossebergsklätten, pas op hellinkjes van 20%!,tussen Sunne en Torsby om daar van een prachtig uitzicht over de Fryken, of toch het Lövenmeer, te genieten.
Midzomernacht
En natuurlijk met midzomernacht een nachtwandeling in de bossen van Höje. Rare gewaarwording dat het maar niet echt donker wil worden.