De winkels hebben het moeilijk, maar dat is misschien ook niet zo vreemd, want ze verkopen allemaal dezelfde producten van dezelfde merken. Het lijkt erop dat, zowel de winkelketens als de kleine middenstanders, dezelfde Chinese leveranciers hebben. Het aanbod is enorm, maar de keus is zeer beperkt. Hoe vaak dat men mij niet nee verkoopt, ook bij voorheen gangbare producten, die blijkbaar niet door de Chinezen worden gemaakt: geëmailleerde steelpannetjes met schenktuit, idem stoofpannen, rechte koffiemokken (niet taps aflopend), luchtige, lichte herenschoenen voor de zomer, espagnoletten, jeanshemden, éénpersoonsledikanten, luidsprekercontactdoosjes, jodiumtinctuur etc. Het lijkt er bovendien ook op dat ze allemaal dezelfde prullaria en hebbedingetjes in hun assortiment opnemen: zie de bouwmarkten, tuincentra, warenhuizen. Dus er vindt ook nog veel branchevervuiling plaats. Het algeheel gevoel is eenheidsworst. Hier kunnen de kleine middenstanders dus op inspringen. Zij moeten zich specialiseren en onderscheiden. De grote meuk voor de grote ketens, de bijzondere producten voor de kleine middenstanders. De speciaalzaken doen het nog vrij goed. De producenten van luxe-artikelen (Porsche, Ferrari, Prada, Gucci, Louis Vuitton, Givenchy, Chrsitian Dior en Moët & Chandon) hebben cynische genoeg zelfs een topjaar gehad. Daarop zou een luxe BTW-tarief van 75% moeten worden geheven, maar dit terzijde. Gemeenplaatsen als meer service en klantgerichtheid zullen geen effect hebben. In de praktijk blijkt dat je bij grote ketens vaak gemakkelijker een product kan omruilen of terugbrengen. Daar doen ze niet moeilijk over. De kleine middenstander wil nog wel eens de hakken het zand zetten. Als consument wil ik vooral graag dat de vraag het aanbod bepaald en niet zoals nu andersom.