Mooi beeldend afscheidsverhaal van Ariejan Korteweg over de Fransen. Maar toch. Je hebt twee soorten Nederlanders in Frankrijk. Zij die voor hun werk zijn uitgezonden en vaak partner, of gezin meenemen. En zij die in Frankrijk hun geluk zoeken en daar werk en een partner vinden. De eerste categorie zal altijd een buitenstaander blijven en zich zo nooit een goed beeld van de Fransen kunnen vormen.Tot de laatste categorie behoor ik, hoewel ik inmiddels alweer dertig jaar met mijn Franse partner in Nederland woon. Vooropgesteld de verschillen in een land zijn groter dan de verschillen tussen de landen in Europa. Ook Frankrijk is een modern Westers land. Een goede Franse vriend zei in de jaren zeventig al tegen mij: “We kijken allemaal naar Peyton Place en we rijden in dezelfde auto’s, quelle est la difference”. Zowel Korteweg als een Frankrijk-correspondent van Radio 1 roemen de beleefdheid van de Fransen. Wat mij is opgevallen is dat er een groot contrast is tussen hoe de Fransen zich gedragen in het openbaar en in intieme kringen (familie, collega’s en vrienden). Waar ik verschrikkelijk aan moest wennen was het veelvuldig gebruik van de gebiedende wijs. Met commando’s als viens ici (ik ben je hondje niet!), donne moi ça, tiens prends ça, of ta gueule (hou je mond) werd je dagelijks aangesproken. Inmiddels weet ik dat je dan pas echt meetelt en ik betaal ze met gelijke munt terug. Zelfs in het openbaar heb ik veel schofterig gedrag gezien. De Fransen zijn notoire bumperklevers en een opgestoken wijsvinger is schering en inslag nog afgezien van de scheldpartijen en het geclaxonneer in het verkeer. De Parijse obers kunnen er ook wat van. Het toppunt was een ober die in een pizzeria de pizza’s als frisbees naar ons toezeilde onder het uitroepen van “tenez” (de u-vorm, dat weer wel).
De Fransen complementeren mij ook regelmatig over mijn goede beheersing van de Franse taal. Maar mijn schoonvader liet mij laatst nog zurig weten dat mijn Frans er toch ook niet beter op werd. Mijn schoonzus heeft er een sport van gemaakt om mij voortdurend te corrigeren, daarbij afkeurende geluiden makend. Wat ik ook heb geleerd is dat de Fransen, zeker in Parijs, geen Frans spreken maar “Argo” (een soort bargoens). Voor elk zelfstandig naamwoord en werkwoord hebben ze wel een ander woord: een politieman is “un flic”, een jongen “un mec”, een meisje “une nana”, geld “fric”, kleren “des fringues”, een vogeltje “un piaf” (waar hebben we die naam meer gehoord) en Parijs “Panam” (alweer Piaf) en als je het allemaal niet begrepen hebt zeg je “Je n’entrave que dalle” of “Je ne pige rien”. Daarmee maak je indruk. Alle woorden die ze voor de geslachtsdelen en de liefde bedrijven hebben zal ik maar niet opschrijven. De Fransen maken veel gebruik van koosnamen. Zo ga ik als “Dede” door het Franse leven. Je vindt deze koosnamen terug in de film, literatuur en chansons. De Fransen zijn ook notoire roddelaars. Ze lijken wel Nederlanders. Was ik in de veronderstelling dat het bezoek van de buren, of kennissen heel gezellig was. Hadden ze nog maar amper hun hielen gelicht om te vernemen wat er wel allemaal aan die lui niet deugde. De Fransen praten zelden positief over (afwezige) anderen. Ze hebben zelfs het roddelen tot een soort literaire kunst verheven zoals de volgende email, die we onlangs van een vriendin kregen over een nieuwe collega en de werksfeer:
“Comment dire ???? imaginez une vieille toulonnaise (1m30 avec talons) maquillée comme une voiture volée, trainant dans une effluve de parfum bon marché complètement écoeurant (au secours ! ouvrez les fenêtres !!!) habillée comme une cagole, le genre de vieille qu’on voit sur le port de toulon, tenancière de bar, ou autre… madame claude mais en pire….
le collègue part, mon autre collègue, elle, sort de la grotte de lourdes, une cagole et une bonne soeur… MON DIEU QUE L’AMBIANCE VA ETRE CHOUETTE !!!!!!!!!!!!!!!!!
ayez une pensée pour moi, il faut que je tienne encore un an et 5 mois dans cette cage aux folles…. !!! !!!!!!! EmojiEmoji
(et si ça se trouve elle est plus jeune que moi, mais franchement, elle fait vraiment pas fraiche !!)”
Ik heb toch wel de indruk dat de Fransen wat meer algemeen ontwikkeld zijn dan wij Nederlanders. Natuurlijk je hebt ook veel Franse Tokkies, maar George Brassens en Jacques Brel waren bij iedereen geliefd. Toch wel van een ander kaliber dan André Hazes, of Frans Bauer. Je kunt gemakkelijk een boompje met ze opzetten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Avondvullende tv-programma’s op het gebied van muziek, cultuur of achtergrondinformatie, de Fransen vreten het.
De Fransen zijn dol op films – nergens zijn zoveel bioscopen als in Parijs – en kunnen uren voor de TV hangen, want ze zijn heel visueel ingesteld. Het verklaard het succes van Facebook en Youtube in Frankrijk. Ook hebben ze de leukste en beste muziekzender (FIP Radio). Inmiddels ook in Nederland op de kabel. De Fransen zijn niet zo van de natuur. Op een mooie zondagmiddag de natuur intrekken, de Fransen zullen het niet doen. Zelden mensen tegengekomen op onze randonnees. Ze zijn meer van de cultuur: festivals, een kasteeltje of historisch stadje bezoeken. Ook Korteweg stelde al vast dat de Fransen bergen werk kunnen verzetten zonder dat je het in de gaten hebt. De snelheid waarmee metrolijnen, inter-urbaine lijnen (RER) en hogesnelheidslijnen zijn aangelegd is indrukwekkend. En je merkte er niets van. Ineens was er weer een metrolijn geopend. Kom daar in Amsterdam eens om. Natuurlijk de Fransen zullen niet in de middagpauze achter een computerscherm snel hun broodtrommeltje leegeten. Ze gaan uitgebreid tafelen in het bedrijfsrestaurant (een echt restaurant en geen kantine!) en daarna onder het roepen van: “Allez on va boire un coup en bas” nog even lekker doorzakken in het café. Heerlijk. Ze werken daarna dan wel weer tot zes of zelfs zeven uur. Je kan stellen dat de Fransen meer op zichzelf zijn. Ze zijn niet één grote familie zoals wij Nederlanders. Ze zullen niet snel een gesprekje met een onbekende aanknopen. Parijs is een verzameling van meer dan een miljoen individuen, die langs elkaar heen leven. Parijs mag dan een verzameling van meer dan tienduizend dorpjes zijn. Dorpsgemeenschappen zijn het niet. Je kent elkaar nauwelijks van de “cour”. Om een metafoor te gebruiken: de Fransen lijken meer op katten en wij Nederlanders op honden. En die meer dan vijftienduizend geheime tuinen, die zijn er niet. Vandaar dat de Fransen ze ook niet kunnen vinden.
Tegen Annemarie Jorritsma zou ik willen zeggen goed dat de Nederlanders niet in Frankrijk geleefd hebben, want dan zouden daar nu 260 miljoen mensen wonen. Je moet er niet aan denken. Was ook dat land naar de ratsmodee.