De mens is een vat vol tegenstrijdigheden. Neem bijvoorbeeld de vluchtelingenproblematiek. Het is hartverwarmend om te zien hoe iedereen nu begaan is met de vluchtelingen. Of toch niet zo? We herinneren ons nog hoe weinig geld er is gegeven voor de Syrië-actie; natuurrampen krijgen meer consideratie. Ook nu klagen de hulporganisaties dat er veel afgedankte spullen worden aangeboden. Zelfs gebruikte tubes tandpasta en deodorants treffen ze aan. Of zou toch het inzicht zijn doorgebroken dat we voor een belangrijk deel schuldig zijn aan de vluchtelingenproblematiek en dat deze schuld moet worden ingelost. Iedereen weet, of kan weten dat – om het maar eens confronterend te zeggen – onze welvaart is gebaseerd op het uitbuiten, kaalvreten en vergiftigen van de rest van de wereld; een soort kolonialisme 2.0. Het systeem waarmee we dat doen heet de “vrije” markt. Maar die vrije markt heeft ons toch zoveel welvaart gebracht? Ja, bij ons, maar ten koste van velen. We kennen allemaal de verschrikkelijke arbeidsomstandigheden in de derde wereldlanden, waar onze goedkope spulletjes worden gemaakt. De massale kaalslag in de tropische oerwouden om ons te voorzien van goedkope palmolie en diervoeders. De vluchtelingenstromen uit de Sahellanden en de Hoorn van Afrika zijn voor een groot deel het directe gevolg van de klimaatverandering: grote gebiedsdelen zijn onleefbaar geworden. En wie stoten zoveel CO2 uit? Ook conflicten en oorlogen zijn terug te voeren tot armoede en uitzichtloosheid. Hebben we niet ten faveure van onze welvaart allerlei dubieuze regimes gesteund? En we doen het nog steeds. De mensenrechten in Saudie-Arabië, een bevriende natie, worden op dezelfde wijze geschonden als in het IS-kalifaat: publieke onthoofdingen en het afhakken van ledematen. Die olie kunnen we niet zonder. De mensen daar zien dankzij de digitale media en de toeristenstromen onze welvaart, en de slimmerds onder hen weten dat onze welvaart over hun ruggen verworven is. Het is duidelijk wil je de vluchtelingenstroom indammen dan zal je de oorzaak van het probleem moeten aanpakken. Er is welvaart genoeg in deze wereld. Deze zal beter moeten worden verdeeld en de zogenaamde vrije markt zal moeten worden gereguleerd. “Delen” zou de mantra van de 21ste eeuw moeten zijn in plaats van “groei”. Het exporteren van een deel van onze welvaart naar probleemlanden door te investeren in bedrijven en voorzieningen en natuurlijk de mensen daar een fatsoenlijk loon betalen. Hulp bij de opbouw van instituties. De schamele 0,7% van het BNP aan ontwikkelingshulp, die nu wordt gegeven, is een fooi. We zullen echter niet bereid zijn een flink deel van onze welvaart in te leveren. Onze spulletjes zullen veel duurder worden en dat willen we niet. Dit is een ongemakkelijke waarheid, die we liever niet onder de ogen zien. We vluchten in rationalisaties en ontkenningen: “het zijn gelukszoekers”, “er zitten jihadisten tussen”, “wij kunnen er ook niets aan doen zo is het leven nu een maal”, “het is niet ons probleem” etc., of we kopen ons geweten af door spulletjes te geven. In deze spiegel kijken is geen fraai gezicht. Het zal blijven knellen