Onze publiek omroep is een commerciële omroep met een publiek sausje (Trouw 4/3/22)
04 vrijdag mrt 2022
Posted Media, Opiniestukken
in04 vrijdag mrt 2022
Posted Media, Opiniestukken
in25 dinsdag jan 2022
Posted Bevingsproblematiek, Opiniestukken
in30 maandag aug 2021
Posted Onderzoek en Wetenschap, Opiniestukken
inDe breinwetenschap is enorm populair. Erik Scherder, een belangrijke representant van deze wetenschap, verschijnt regelmatig met zijn “hersenen” onder de arm in allerlei praatprogramma’s. Toch is deze wetenschap nog letterlijk en figuurlijk een schijnwetenschap. Letterlijk, we zien beelden van hersengebieden, die bij een scan oplichten. Die scans laten zien dat daar sprake is van een verhoogde hersenactiviteit. Figuurlijk, we hebben ondanks al deze kennis nog geen idee hoe onze geest en dus ons brein werkt. Om een vergelijking met computers te maken. We weten al veel van de hardware (neurologie, breinwetenschap), maar nog bijna niets van de software (psychologie), die er op draait. Alles wat we op dat punt weten is gebaseerd op hypothetische modellen, vaak metaforen, maar nog geen echte wetenschap: kennis van harde bewezen feiten. Om de mens en zijn vaak onvoorspelbaar gedrag werkelijk te kunnen begrijpen zul je kennis van die software moeten hebben. Net zoals bij een computer.
In wezen is er niet zoveel verschil tussen de werking van een computer en ons brein. Beiden bestaan uit schakelaars en verbindingen daartussen, waardoorheen stroompjes lopen. Een belangrijk verschil is wel dat in een computer elke schakelaar (flipflop) verbonden is met één! andere schakelaar en in ons brein elke schakelaar (neuron) is verbonden met duizenden! andere schakelaars. Ons brein is dus een gigantisch netwerk met terugkoppel- en feedbacksystemen. Elke hersencel is direct, of via een omweg, met elke andere hersencel verbonden. Met de bewering dat “waar een gebied oplicht, gebeurt het” moet je dus oppassen. Het kunnen ook schakelgebieden zijn (David Schenk, 2001). Om een vergelijking met een elektrische huisinstallatie te maken. Als je in de huiskamer op een lichtknopje drukt gaat de plafondlamp branden. Bij moderne installaties loopt er een stroom naar een schakelkast, waar een relais wordt omgezet, vervolgens gaat er een stroom naar de lamp lopen. In de schakelkast is veel elektrische activiteit en als je het relais eruit sloopt zal de lamp het niet meer doen. Maar de eigenlijke actie/prikkel begon bij het lichtknopje in de huiskamer. Als je die sloopt doet de lamp het ook niet meer.
Er zijn veel misverstanden, zelfs binnen de wetenschap, over de werking van ons brein. Zo hoor je vaak dat je ons brein kunt overbelasten, maar dat kan gelukkig helemaal niet. Het zijn schakelaars, een soort halfgeleiders, die dag en nacht gewoon doorwerken. Als die ermee ophouden dan is het gebeurd met ons. De randapparatuur (ogen, rug armen etc.) kun je natuurlijk wel overbelasten. En hoe zit dat dan met die burnout zult u vragen? Wel, we hebben in ons brein ook een alarmsysteem en als dat langdurig wordt geactiveerd dan worden er stresshormonen aangemaakt met de bekende vermoeidheidsklachten tot gevolg. Een burnnout krijg je als je iets als (langdurig) bedreigend ervaart: pesten, te moeilijk werk, te veel werk, overzicht kwijt, of een vervelende baas. Ik ken computernerds, die dag en nacht de meeste ingewikkelde dingen doen met hun computers, maar overspannen worden ze niet. Als je het werk leuk vindt en een competentiegevoel hebt dan krijg je geen een burnout.
Er zijn dus veel overeenkomsten tussen ons brein en een computer. In de de computerwereld onderscheiden we qua architectuur verschillende lagen van complexiteit: de softwarelayers. Op het laagste niveau hebben we de machinetaal. Dit is een programmeer taal, die alleen werkt met 0’en en 1’en. Een “0” betekent geen spanning en een “1” wel spanning. Al onze digitale apparaten draaien op die machinetaal. Er is niemand, die in de machinetaal programmeert. Daar hebben we, op een hoger niveau, programmeertalen voor: assembler, c++, html, PHP, Javscript, Python, Perl e.a.. Tegenwoordig zijn er maar weinig programmeurs, die nog programmacode’s inkloppen. Ook dit werk is al geautomatiseerd. Er wordt veel gewerkt met softwaretools, Content Management Systemen (CMS), een soort codegeneratoren zoals: WordPress, Joomla, Drupal e.a.. Een niveau daarboven hebben we de operatingsystemen: Windows, Unix/Linux, iOS, Android e.a. Dit is software, die er voor zorgt dat programma’s en apparaten gaan samenwerken. Op het allerhoogste niveau hebben we dan de netwerklaag: internet, intranet, sociale media, AI en zelflerende systemen.
Er zijn veel aanwijzingen dat eenzelfde soort hiërarchie van complexiteit ook aanwezig is in ons brein (Douglas R. Hofstädter, 1979). Op het laagste niveau hebben we eenvoudige rekenkundige bewerkingen. Bij het uitrekenen van een som zullen weinig hersengebieden betrokken zijn. Taal wordt al veel ingewikkelder, waar veel meer hersengebieden bij betrokken worden. Je hebt de figuurlijke en letterlijk betekenis van woorden zoals u in het begin van dit stuk zag. Cryptogrammen maken er veel gebruik van. Autisten hebben veel moeite om dit onderscheid te maken. Bij de zin “deze zin heeft vijf woorden” zullen maar weinig lezers gewoon doorlezen. Ergens gaan er boven schakelaars om en worden gebieden aangestuurd, die er voor zorgen dat u denkt en handelt: “hè, dit moet ik even gaan tellen”. Met taal kun je beelden, gevoelens, geuren en klanken beschrijven. Ons gevoel voor muziek is nog complexer. Het is nog een raadsel waarom we muzikale gevoelens hebben. Sommigen hebben dat trouwens niet. Van vrij betekenisloze noten| kunnen we iets heel moois maken: ritme, timbre, harmonie en melodie.
Op het hoogste niveau hebben we dan het organiseren, plannen, ons geweten, identiteit en mogelijk een religieus besef. Bekend is dat bij aftakeling (dementie) van ons brein onze identiteit en ons gevoel voor muziek het langst intact blijven. Ernstige afatische patiënten, die op geen enkel woord meer kunnen komen, kunnen nog wel de tekst van een liedje opdreunen, als ze dat horen. Bevroren Parkinson patiënten, die een soepel dansje uitvoeren op een ritmisch liedje. Je moet wel de juiste muziek weten te vinden (Oliver Sacks, 2007).
We kunnen nog iets, wat naar mijn weten computers (nog) niet kunnen. We kunnen naar onze eigen software kijken en die aanpassen. Anders gezegd, we kunnen op een afstandje naar onszelf kijken en ons gedrag en zelfs onze persoonlijkheid veranderen. Hoe vaak hoor je niet: “Goh, ik zat net te denken…”. Wat we in de computertechnologie AI (Artificial Intelligence) en zelflerende systemen noemen is een in feite een groot door mensen gemaakt programma, waarin door allerlei ingewikkelde beslisbomen (algoritmes) subroutines (deelprogramma´s) worden aangeroepen, die vervolgens speciale acties uitvoeren. Jezelf als programma herschrijven gebeurt nog niet, hoewel “deep learning” zoals bijvoorbeeld AlphaGo van Google, dat een top Gobangspeler versloeg, al dicht in de buurt komt: zelflerende algoritmes, die in een database worden opgeslagen. Men spreekt binnen de “deep learing” wereld al van een artificieel neuraal! netwerk. Spotify komt niet veel verder dan jouw muziekkeuzes te vergelijken, met personen, die dezelfde muziekkeuzes maken. Je wordt muzikaal niet verrast. Je blijft in dezelfde muzikale bubbel hangen.
Robots, die gevoelens hebben en een persoonlijkheid, en die slimmer en creatiever, inclusief gemene streken, zijn dan de mens, zijn natuurlijk een ware inspiratiebron voor schrijvers (Ian McEwan, 2019, e.a.), maar het lijkt nog verre toekomstmuziek.
Ons brein is nog een mysterie. Hoe ons geheugen werkt is ook nog een raadsel. We weten dat een orgaan in ons brein, de hippocampus, informatie opslaat in ons brein, maar hoe en waar allemaal is nog onduidelijk. Bij schade aan dit orgaan kun je geen informatie meer opslaan. Je gaat bij de dag leven, maar oude herinneringen kunnen vaak nog wel worden opgehaald. We hebben trouwens een slechte herinnering voor geuren (Douwe Draaisma, 2001). We ruiken geen geuren in onze dromen. Ook bij het geheugen zullen veel hersengebieden betrokken zijn. Hoe zit het met onze gevoelens en creativiteit. We weten welke gebieden erbij betrokken zijn, maar hoe? Dromen en slapen. Waarom doen we dat? Een echt antwoord en bewijs is er nog niet. Ook ons denken en leren is een mysterie (Marvin Minsky, 1986). Wie al deze mysteries ziet als een bewijs voor het bestaan van een Hogere Macht moet ik teleurstellen. Schade (ongeluk/infarct) aan de (pre)frontale hersengebieden wil nogal eens tot afvalligheid leiden bij gelovigen.
Psychologen zouden zich meer bij hun leest moeten houden en hun aandacht moeten richten op de software i.p.v. steeds maar die scanners van stal te halen. Laat die maar bij de neurologen en hersenchirurgen. Misschien kunnen ze een voorbeeld nemen aan Freud, die ook eerst probeerde een neuro-/fysiologische verklaring voor de werking van ons brein te geven, maar daar in vastliep en toen overging op het ontwikkelen van zijn drifttheorie.
In een goed gesprek kom je er ook wel achter of iemand een burnout heeft en kom je bovendien te weten waarom. En het is nog een stuk goedkoper.
De plaatjes van Erik Scherder zijn leuk. Echter, tot nu toe hebben ze nog meer het niveau van een kermisattractie dan van een werkelijke wetenschap van ons brein.
Bronnen:
Douwe Draaisma, Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt (2001)
Ian McEwan, Machines zoals ik (2019)
Sigmund Freud, Ontwerp van een psychologie (1895)
Douglas R. Hofstadter, Gödel, Escher, Bach (1979)
Marvin Minsky, Het Denken (1986)
Oliver Sacks, Musicofilia (2007)
David Schenk, Het vergeten (2001)
10 donderdag jun 2021
Posted Bevingsproblematiek, Opiniestukken
inDe rijksoverheid beschouwt het Noorden nog altijd als een win- en dumpgewest. Vroeger werden armoedzaaiers en bedelaars hier naar toe gestuurd om het veen af te graven. Ze werden gehuisvest in de zogenaamde Koloniën. Inmiddels, o ironie, een werelderfgoed. Misdadigers en mensen met gedragsprobleem werden in Veenhuizen gevangengezet. Waren ze in het westen van dat gespuis af. Vanaf de jaren zestig werd veel gas uit de Groninger bodem gehaald met alle schadelijke gevolgen van dien. Tegenwoordig wordt het gebied volgeplempt met windmolens en zonnepanelen. Toen de Duitsers Groningen binnenvielen hebben de Nederlandse soldaten zonder nauwelijks een schot te lossen onmiddellijk de sokken genomen. Een duidelijk teken dat het Noorden de staat geen soldatenlevens waard was. Pas bij de Afsluitdijk zijn ze gaan vechten.
Opvallend hoe lief en meegand we dit gedrag van de rijksoverheid allemaal ondergaan zonder er weerstand tegen te bieden. En als er al actief verzet wordt gepleegd tegen de aantasting van de leefomgeving dan wordt dat al vrij snel gecriminaliseerd. De regionale bestuurders rennen zich zelfs het vuur uit de sloffen om maar bij de rijksoverheid in het gevlei te komen in plaats van achter de gedupeerden te gaan staan. Max van den Berg was naar mijn mening een uitzondering, die liet wel zijn tanden zien. Er waren gemeentebestuurders, die na een stiekeme telefoontje van een NAM-inspecteur, overgingen tot huisuitzettingen. Een schande. Er wordt gebedeld om een hogesnelheidslijn. De provinciale bestuurders willen de provincie volgooien met zonnepanelen en windmolens om zodoende het hele gebied naar de ratsmodee te helpen, want de rijksoverheid wil het. Ook de graagte waarmee bestuurders de NPG-gelden ontvingen en verdeelden in plaats van dit geld te weigeren, is stuitend. Dit geld had naar de gedupeerden gemoeten. Zelfs de gedupeerden en belangengroepen (GBB, het Gasberaad) identificeren zich met de rijksoverheid (de dader) door mee te gaan met de foutieve aannames, die aan allerlei regelingen ten grondslag liggen. We hebben last van een soort stockholmsyndroom. Natuurlijk is er wel kritiek, maar die gaat vooral over te trage en bureaucratische afhandeling, niet over de regelingen zelf, die van geen kanten deugen en had moeten worden afgewezen. Je kan aan een scheur, of een verzakking meestal niet zien of die bevingsgerelateerd is. Er had een generaal pardon moeten worden geëist voor alle typische bevingsschades (scheuren, verzakkingen en zettingen) in het risicogebied. Het probleem had als een ramp moeten worden behandeld onder centrale regie van de provincie, waarbij de rijksoverheid (en de NAM) de rekeningen dienden te voldoen.
De waardedalingsregeling, ook een mispeer, is een soort veredelde postcodeloterij. Als je het geluk, of de pech, hebt in een postcodegebied te wonen waar veel schade is gemeld dan kom je er voor in aanmerking. Hoewel ook in de stad Groningen veel bevingsschade is geconstateerd komt de stad nauwelijks voor die regeling in aanmerking. Vermoedelijk omdat particuliere verhuurders en woningcorporaties minder geneigd zijn om schades te melden. Die zijn meer geïnteresseerd in het ontvangen van de huurpenningen dan in schadeherstel van hun bezit, zo lijkt het. De regeling kan ook wel worden afgeschaft, omdat nergens meer sprake is van een waardedaling, schade, of niet. Dit geld kan ook beter naar de gedupeerden, want die wachten nog steeds.
Wat betreft de verduurzaming is het een illusie te denken dat een land, waar gerekend naar de ecologische voetafdruk 12 miljoen mensen te veel wonen, duurzaam in zijn eigen energie kan voorzien zonder het hele landschap te vernielen. Daar zou je niet aan mee moeten willen werken. Die duurzame energie moet maar worden geïmporteerd. Een stevige “njet” door de provincie had meer voor de hand gelegen dan een duurzaam wit voetje te halen bij de rijksoverheid.
Kortom. We hebben last van een soort collectief stockholmsyndroom. We zijn te lief en te meegaand als de rijksoverheid ons onrecht aandoet.
19 vrijdag mrt 2021
Posted Opiniestukken, Politiek
in16 dinsdag mrt 2021
Posted Opiniestukken, Politiek
inNiets is meer wat het lijkt in de politiek. Als je weet dat er een miljoen mensen langdurig in armoede leven dan zou je verwachten dat de linkse partijen wel een speerpunt van de armoedebestrijding zouden maken en met concrete plannen zouden komen. Maar nee, ze maken zich drukker over de salarissen in de zorg en het onderwijs dan om de mensen, die het financieel echt moeilijk hebben zonder perspectief op verbetering. De linkse partijen richten zich tegenwoordig ook op de middengroepen. Het wordt dringen daar.
Veel frustratie en boosheid in de samenleving is te verklaren door de uitzichtloosheid, waarin veel mensen verkeren. Ze voelen zich in de steek gelaten door de politiek en gaan niet meer stemmen, of brengen een proteststem uit op rechts populistische partijen. Bij jongeren kan deze frustratie leiden tot criminaliteit of extremisme; een gevaarlijke ontwikkeling. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (CPB) heeft 30% van de bevolking het moeilijk. Ze zijn het slachtoffer van de globalisering en de migratie voor wat betreft werkzekerheid, huisvesting, cultuurverschillen en leefomgeving. Ze hebben geen werk of slecht betaalde flexbaantjes. Veel mensen worden uitgebuit in dit “supergaaf” land. Ze verrichten regulier werk zonder dat ze er voor betaald worden: zgn. stages, leerwerkplekken, of vrijwilligerswerk. De buurtbusjes worden tegenwoordig door vrijwilligers bemand. Zo was er op internet een advertentie van een school, die een vrijwilliger voor de functie van conciërge zocht voor vier dagen in de week. Die school stelde ook nog veel eisen aan de toekomstige medewerker. Bij zorgbedrijven zie je ook veel misbruik. De medewerkers, vaak stagiaires, worden slecht betaald en de eigenaren zitten bij de kassa en strijken miljoenen op. Dit noemen ze een gezonde bedrijfsvoering. Al met al heeft er veel verdringing plaatsgevonden.
Het is een gegeven dat er al ruim 40 jaar geen volledige werkgelegenheid meer is. Veel werk is verdwenen naar de lage lonen landen. Daarnaast is veel laaggeschoold werk geautomatiseerd. Omdat er veel verborgen werkloosheid is, zijn de werkloosheidscijfers sterk geflatteerd. De schattingen van de verborgen werkloosheid lopen uiteen van 800.000 (CBS) tot anderhalf miljoen. In feite hebben we dus met een werkloosheid te maken van circa 15%. van de beroepsbevolking. Nederland doet het qua werkgelegenheid, in tegenstelling wat de premier beweert en wat Wobke Hoekstra denkt – hoe ver kun je van de samenleving afstaan?-, dus vrij slecht. Veel werk wordt, met name door vrouwen, in deeltijd gedaan.
Om het armoede- en werkloosheidsprobleem aan te pakken zal het nog beschikbare werk nog meer moeten worden verdeeld. Arbeidsduurverkorting, voor zover mogelijk, is de beste oplossing. Zie het onderwijs en de zorg, waar een schreeuwend behoefte is aan personeel, omdat men daar zelfs te kort is gaan werken. Daarnaast zal er een basisinkomen moeten komen voor iedereen, die het niet lukt om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Veel linkse partijen noemen wel het basisinkomen, maar zijn niet zo concreet qua uitwerking.
Je ziet een paradox. Terwijl er een groeiend links sentiment in de samenleving is profiteren de linkse partijen daar niet van. De linkse partijen hebben hun eigen natuurlijke achterban in de steek hebben gelaten. Ze gebruiken wel mooie woorden als eerlijker en rechtvaardiger, maar veel concrete plannen zijn er niet. De meeste aandacht gaat naar de verduurzaming/klimaat, woningmarkt, zorg en arbeidsmarkt, maar niet naar de armoede in dit land. Het probleem van de linkse partijen is dat ze niet onder ogen willen zien, een soort van verdringing, dat hun eigen achterban, de meeste last heeft van de migratie en zal krijgen van de klimaatplannen. Kom daar maar eens uit als je natuurlijk terecht ook de vluchtelingen wilt helpen. Dan kun je maar beter je kop in het zand steken, en je ook richten op de middengroepen. Maar dat trekt blijkbaar geen extra linkse kiezers, en de oude kiezers waren al weggelopen. Gerichte plannen voor de armoedebestrijding zal de linkse partijen meer geloofwaardig maken.
05 vrijdag feb 2021
18 maandag jan 2021
15 vrijdag jan 2021
12 dinsdag jan 2021
Posted Media, Opiniestukken
inRoel Dijkhuis, de kortgeleden plotseling overleden voormalige en markante directeur van RTV Noord, werd in deze krant in een memoriam geroemd om zijn tomeloze inzet voor RTV Noord en dat hij van RTV Noord een professionele organisatie had gemaakt, waar ik het alleen maar mee eens kan zijn. In zijn tijd waren er mooie programma’s op RTV Noord en ik keek regelmatig. Echter, van zijn erfenis is weinig meer over. Wat RTV Noord tegenwoordig presteert is van een bedenkelijk amateuristisch niveau. In mijn eigen Groninger omgeving wordt nauwelijks nog naar RTV Noord gekeken. Ze vinden RTV Noord helemaal niks meer. Dagelijks zenden ze nog maar 20! minuten uit, waarvan driekwart van de tijd wordt besteed aan Hart-van-Nederland-achtige onderwerpen. Leuk voor de betrokkenen, maar verder voor niemand interessant. Het journalistieke niveau is droevig, terwijl er zoveel in deze provincie gebeurt. Oudere medewerkers zijn blijkbaar wegbezuinigd, want je hebt het idee dat je naar een jongerenomroep kijkt. Een soort jeugdhonk waar wat met een portable wordt gespeeld om ons kond te doen van de asociale media. Die tafeldames en -heren hebben ook geen enkele toegevoegde waarde. Het is bekend dat de meeste kijkers boven de zestig zijn. Dus RTV Noord vervreemdt zich van de kijkers. Sinds een jaar kan ik Omrop Fryslân ook ontvangen. De verschillen zijn groot. Omrop Fryslân zendt veel culturele- en informatieve programma’s over de provincie uit. Ook zie je veel liveregistraties van Friese artiesten. Er wordt daar op hoog niveau gemusiceerd. Bij RTV Noord mag af en toe iemand een gitaar meenemen en een liedje zingen. De Groninger muziek wordt nauwelijks gestimuleerd.
Terwijl bij Omrop Fryslan de voertaal het Fries is, spreken bij RTV Noord Beppie van der Sluis en Leonie Albers, toch de gezichten van deze omroep, nog steeds geen woord Gronings. Jammer, het Gronings heeft het al zo moeilijk. RTV Noord zou een belangrijke rol kunnen spelen in het stimuleren van de Groninger streektaal. Ok, ze hebben Klouk, maar dat programma wilde de directie ook al wegbezuinigen. Als ze dat gedaan hadden was er geen kijker meer overgebleven.
We hebben geen enkele moeite om een vreemde taal te leren, sommigen spreken vloeiend Chinees, Japans, of Arabisch, maar een streektaal leren zou dan te moeilijk zijn?! Het is mijn ervaring dat westerlingen het Gronings binnen een jaar beheersen. Zeker de oudere Groningers komen meer los als je in het Gronings met ze spreekt.
Het Gronings heeft veel moois te bieden. De taal heeft veel zachte klanken, waardoor liedjes al snel veel mooier klinken dan in het Nederlands: zie Ede Staal, Erwin de Vries, of Arnold Veeman. Van Jan Veldman wordt helemaal niets gedraaid. Mogelijk dat de teksten iets te schunnig zijn. Dus ze spelen ook nog eens de fatsoensrakker. Het beheersen/leren van de Groninger streektaal zou voor verslaggevers, interviewers, presentatoren en presentatrices een eis moeten zijn.
En dan Expeditie Grunn. Hetzelfde hoge SBS6-gehalte. Als iemand honderd is geworden is dat geen nieuws meer, tenzij hij nog in de ringen hangt (Godfried Bomans), of kinderen die stokpaardje rijden. Wat moeten we daarmee? Dit programma is bijna een anti-reclame voor de provincie. Je ziet veel saaie versteende woonwijken. Daar zou je toch niet willen wonen? Er gebeurt zoveel in deze provincie en er is zoveel prachtigs aan cultureel erfgoed en natuur te zien, maar RTV Noord doet er weinig mee.
Er gaat 10 miljoen euro aan publiek geld naar RTV Noord, maar het rendement is nagenoeg nul. Blijkbaar gaat al het geld naar de salarissen (83 FTE!) , er lopen daar een paar dure medewerkers rond, en de speeltjes. Ze beschikken over moderne studio’s met de nieuwste apparatuur. Zelfs op afstand bestuurbare camera’s.
Het wordt tijd dat de mediaraad, het toezichtsorgaan voor de publieke taken, eens wakker wordt, want we zien een SBS6-achtige commerciële omroep, die bepaald geen reclame maakt voor de provincie. Een omroep, die zijn publieke taken verwaarloost.